APWC F1 - DEV F1 Bekerwedstrijd 3-2
F1 verlaat met opgeheven hoofd het bekertoernooi
Voetbal is een volksport en gaat dwars door alle lagen van de bevolking heen. Dat maakt het mooi. In Doorn is ook een andere teamsport populair waarin de spelers gebukt met een haakse stok achter een bal aanrennen. Da's ook mooi; het is alleen mijn sport niet, al was het alleen maar omdat dit in mijn jeugd al één van de weinige sporten was waar ik niet zoveel mee had. Het leek wel of je niets mocht in het spel; voor mijn gevoel was het als je je linker bil optilde met je rug naar de speler toe was het al
'afhouden' of zoiets en werd er afgefloten.
In voetbal daarentegen zijn weliswaar in de loop der tijd regels toegevoegd, maar het spel kent nog steeds een uitgesproken element van fysieke strijd. Fysieke strijd is iets op basis waarvan wedstrijden beslist worden. Nu ik voor de eerste keer een dag later mijn verslag schrijf heb ik de tijd gehad even te reflecteren en zo denk ik dat dit een cruciale factor is dat we uit het bekertoernooi geknikkerd zijn.
Maar ook waarom het nog bijna lukte in een heroïsche tweede helft...
Vandaag maakte ons team kennis met een team van kleine-pittige spelertjes. Deze spelertjes winnen hun wedstrijden op basis van strijd, zoveel durf ik wel te zeggen, zeker na de wedstrijd.
We hadden ze erop voorbereid: "Let op, deze jongens zouden wel eens gekke dingen kunnen doen en
zeggen". De bal het werk laten doen, duels winnen en als het kan een vroege goal zo hielden we hen voor.
Dat moest allemaal in rap tempo, want we waren rijkelijk laat op het veld van de tegenstander APWC in Amersfoort aangekomen. Een hevige onweersbui had ons onderweg overvallen en een flinke verkeersopstopping veroorzaakt. Onweer en voetbalvelden, da's geen fijne combinatie. Gelukkig vond
de jonge scheidsrechter dat ook en zo ook de mevrouw van het wedstrijdsecretariaat. We spraken af om bij de minste geringste lichtflits meteen op te breken en het duel te staken. Maar we hielden het droog en alleen een flinke plas aan de zijkant van het veld herinnerde aan het onweder.
Ons team begon zoals afgesproken ontketend aan de wedstrijd. Een bal op de paal en een schot van afstand als eerste wapenfeiten. Toch viel op dat de onzen het wel heel erg alleen probeerde te doen allemaal en ook duels opzochten die eigenlijk niet nodig waren.
Zo verloor DEV in de tweede helft van de eerste helft het initiatief. De eerste beste kans voor APWC werd zo meteen een goal. Nu kregen zij het beste van het spel, puur op basis van inzet en vechtlust. Want echt
vloeiende aanvallen zag ik bij hen ook niet veel. De tweede tegentreffer - een fraai lobje van een klein manneke - kon niet uitblijven. Nils en ik kregen er een hard hoofd in. Tijd voor wat peptalk in de rust. "Wie winnen nu de duels?" Ja zij, daar was iedereen het wel over eens. Dat wilden we allemaal anders.
Meteen na het fluitsignaal zagen we een heel andere F1 op de mat staan. Nathan ging als een onvermoeibare motor vooruit verdedigen en was overal op het veld te vinden waar hij nodig was. Als we een kilometerteller op zijn kicksen zouden hebben gemonteerd, hoeveel kilometers zouden er op het eind dan wel niet op de klok gestaan hebben? Niels begon zijn duels ook weer te winnen, soms met drie man om hem heen. Zo ook Milan aan de andere kant; plotseling ook niet meer te stuiten.
Bijna kwamen we zo tot de aansluitingstreffer door een van Persie achtige snoekduik van Nathan na een corner. Mees werkte ook nu weer als een paard ging onbevreesd de duels aan en werd zijn tegenstanders steeds vaker de baas. Twee keer speelde hij zich fraai vrij en loste een schot op het doel, maar trapte daarbij ongelukkigerwijs in de grond waardoor de keeper eenvoudig kon keren.
Toch kwam de aansluitingstreffer er. Na een mooie pass van Estelle op Levi die fraai binnenschoot.
Nu was DEV echt ontketend. Het samenspel kwam weer terug. Passes kwamen plots weer aan. Balbezit was weer voor ons. Maar vooral mentaal werd het een heel ander verhaal dan kort voor rust. Jip - die nog grieperig was kwam er in de tweede helft een paar keer goed langs over links wat bijna gelijkmaker opleverde. Floris die in de tweede helft achterin was opgesteld hield het slot daar goed op de deur. En
anders was Benjamin er nog die van doorgebroken ballen rap weer een aanval wist te maken. De tweed helft speelde zich zo vrijwel uitsluitend op de helft van de tegenstander af. Maar de klok tikte wel door natuurlijk... Tot onze enorme vreugde scoorde Levi nog een keer, nu met zijn andere been voor de 2-2!
We hadden aan de kant echt het idee dat we niet eens op de penaltyserie af zouden gaan, maar gewoon binnen de reguliere tijd zouden kunnen winnen.
Tot dat ene ongelukkige moment.
Het handige spelertje van het lobje maakte een mooie beweging en ging zo alleen op benjamin af. Die verkleinde zijn doel mooi waardoor de bal op de paal belande. Zo'n vierkante- ouderwetse paal. Dat is van belang want zo kwam de bal weer recht het veld in en ketste bijvoorbeeld niet af naar de zijkant wat gebeurt, zou zijn als de paal rond geweest zou zijn. Floris - die mee gestormd was met het doorgebroken spelertje kreeg de bal ongelukkig tegen zich aan en... eigen doelpunt in de laatste minuut. 3-2...
Kort daarop floot de scheidrechter af. Floris was ontroostbaar. Ondanks onze knuffels hield zij zichzelf verantwoordelijk voor de tegentreffer. Dat was natuurlijk geenszins het geval het was gewoon vette pech.
Puffend en steunend kwam de trainer van de tegenpartij op me af. Zo'n spannende partij had hij al jaren niet meegemaakt. "En ook een mooie pot..."zo vond hij..."eindelijk eens een keer zonder schoppen en slaan...". Kan je nagaan hoe het er daar aan toe kan gaan.
Dat neemt niet weg dat dit ook een heftige pot geweest was. Wel één waarin onze spelers het beste van zichzelf hadden laten zien. Wat een veerkracht om juist tegen deze vechtersbaasjes van 2-0 terug te komen! Wat een wedstrijdmentaliteit!
Maar wat zuur dat het niet heeft geleid tot winst en daarmee een vervolg in het bekertoernooi.
Zaterdag spelen we dat chagrijn weer weg denk ik in wat een mooie pot beloofd te worden tegen Bunnik.
Nils en ik hebben een kater van het verlies, maar zijn ook vol van trots.
Hans Verschraagen
